Audi Q5   Bediening   adaptive cruise control (ACC)  Snelheidsregelsysteem en afstandsregeling
Geldt voor wagens: met adaptive cruise control
Voorliggers worden door middel van een radarsensor herkend.
De adaptive cruise control maakt gebruik van een radarsensor, die aan de voorzijde van de wagen is ingebouwd Afb.1. De werking van de radarsensor is afhankelijk van verschillende omstandigheden Link. Stilstaande objecten worden genegeerd. Het systeem is voor de meting van de afstand afhankelijk van reflecterende oppervlakken. Als een meting niet mogelijk is, reageert het systeem niet.
Vrije rijbaan
Bij vrije rijbaan werkt de adaptive cruise control als een snelheidsregelsysteem. De opgeslagen gewenste snelheid wordt constant gehouden.
Voorligger
Wanneer men een voorligger nadert, past de adaptive cruise control binnen de beperkingen van het systeem Link en Link de snelheid aan en probeert daarna de ingestelde afstand tot de voorligger te regelen. Tijdens deze aanpassing kan daarbij de ingestelde afstand tijdelijk worden onderschreden ATTENTIE!.
Wanneer de voorligger accelereert, zorgt de adaptive cruise control ervoor dat weer tot de ingestelde snelheid wordt geaccelereerd.
Oproep tot ingreep door bestuurder
In sommige situaties is het noodzakelijk dat u zelf met de voetrem afremt om een veilige afstand tot de voorligger te waarborgen of om een botsing te voorkomen. In deze situaties verschijnt een melding en klinkt er een gong Link.
Inhalen
Bij het rijden op de inhaalstrook terwijl geen voorligger wordt herkend, zorgt de adaptive cruise control ervoor dat tot de ingestelde snelheid wordt geaccelereerd en deze constant wordt gehouden.
Meer gas geven
U kunt de snelheid te allen tijde verhogen door het gaspedaal in te trappen. Als u het gaspedaal hebt losgelaten, gaat het systeem weer naar de eerder opgeslagen snelheid terug.
Aanwijzing
  • Houdt u er rekening mee dat de wijze van acceleratie afhankelijk is van vastgelegde rijprogramma's. Wanneer bijvoorbeeld „Afstand 1“ wordt gekozen en het rijprogramma „dynamisch“ is ingesteld, is de acceleratie dynamischer. Als „Afstand 4“ en rijprogramma „comfort“ is ingesteld, is de acceleratie daarentegen comfortabeler. Een uitvoerige beschrijving Link.
  • Bij een vrije rijbaan, bij een voorligger en bij een oproep tot ingreep door bestuurder brandt een controlelampje Link.